Europese verstrengde wetgeving op ggo’s zorgt voor verwarring
Franse boeren die genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) kweken, konden volgens de overheid niet rekenen op een vrijstelling in de verstrengde wetgeving inzake milieurisico’s en opvolging van deze ggo’s in de handel. Dat komt omdat de techniek die zij gebruiken pas werd ontdekt na dat het ontstaan van de strengere richtlijnen.

Omdat de Franse overheid geen initiatief nam om duidelijke maatregelen uit te vaardigen, boog het Hof van Justitie zich over de kwestie. Hoe moeten de Europese richtlijnen worden geïnterpreteerd?De richtlijn werd ingevoerd omdat zowel volksgezondheid als de impact op het milieu beschermd moeten worden, in alle lidstaten. Er zijn vrijstellingen voorzien voor technieken die al bestonden voor het ontstaan van de richtlijn, waarvan hun veiligheid al bewezen is.
Er ontstond verwarring rond de omvang van die vrijstellingen: kan het ook voor nieuwe technieken die gelijkaardig zijn aan de oudere versies? De Franse overheid vond alvast van niet.
Dat bevestigt het Hof van Justitie. Wanneer er te vrij wordt omgegaan met de toekenning van vrijstellingen, zou ze immers haar nut verliezen. En dat kan de beoogde bescherming van de volksgezondheid in het gedrang brengen. Sommige gevolgen zijn nu immers onomkeerbaar en moeilijk te controleren.